Geachte ererectoren
Geachte vicerectoren
Mevrouw de Commissaris
Mijnheer de gouverneur
Geachte decanen
Excellenties
Dames en heren
Beste Katlijn en familie
In deze academische zitting, waarvan de eer me te beurt valt ze te mogen openen, staan we stil bij de loopbaan van een juriste-in-spe, die door toevallig de opdracht “Sovjet-Unie” toebedeeld te krijgen, naar het Oosten begint te kijken.
Van een studente en doctoranda die Rechten studeerde, niet omwille van het juridisch-technische, maar omdat recht over de samenleving gaat.
De loopbaan van een docente aan de Universiteit Hasselt, van een vermaard hoogleraar Oosteuropakunde aan de Leuvense Faculteit Sociale Wetenschappen, van de titularis van de leerstoel Inbev Baillet-Latour over de relaties tussen de Europese Unie en Rusland, van een departementsvoorzitter, van een gasthoogleraar aan de universiteiten van Leiden, Moskou en Praag.
Ook van een rectoraal adviseur Gender, van een voorzitter van Pax Christi Vlaanderen, een voorzitter van de Nederlandstalige Vrouwenraad, en van de Kerkfabriek van Sint-Michiels. De carrière ook van een decaan, de eerste vrouw in een verkozen beleidsfunctie aan onze alma mater, en van een Vicerector Cultuur, Diversiteit, Duurzaamheid, Alumni en ... Emeriti.
Deze lange opsomming, beste dames en heren, zou kunnen doen vermoeden dat Katlijn Malfliet, want zij werd en was die indrukwekkende lijst van verantwoordelijkheden en engagementen, dat Katlijn Malfliet tot het establishment is gaan behoren. Een spin in het web van de Leuvense universiteit, en ver daarbuiten; maar hoewel, als een krachtig beleidsmaker, strategie, daadkracht en invloed haar natuurlijk niet vreemd zijn, is, om in zoölogische termen te blijven, een luis in de pels misschien een betere omschrijving dan een spin in het web.
Waarom een luis in de pels? Omdat Katlijn, immer kritisch, niets zomaar voor waar aanneemt; natuurlijk heeft het verleden voor collega Malfliet haar rechten, haar charme, en haar uitstraling, maar de toekomst kan altijd beter, zo lijkt ze steeds te vinden.
En dat vindt ze niet alleen; daar gaat ze ook voor.
Velen van u hebben samen met Katlijn het geluk gedeeld te mogen vergaderen. Dat geldt ook voor mij. Ik heb dus ook, uiteraard, meer dan één vergadering meegemaakt waarin collega Malfliet het woord vraagt. Er zijn een aantal gezichtsuitdrukkingen die op zo’n moment rond de vergadertafel verschijnen.
Ik noem er twee:
Het zenuwachtige glimlachje, meestal bij de voorzitter van de vergadering,
en, twee: het al bij voorbaat triomfantelijke glimlachje bij een van haar medestanders.
Het nerveuze glimlachje bij meestal de voorzitter heeft te maken met het feit dat iedereen weet dat Katlijns interventie kritisch zal zijn, spijkers met koppen zal slaan, een geheel nieuw licht op de zaak zal werpen, en de voorzitter daardoor niet zomaar tot de conclusie van het status-quo zal kunnen komen.
En het al bij voorbaat triomfantelijke glimlachje rond de vergadertafel op het moment dat Katlijn het woord vraagt heeft te maken met het feit dat medestanders weten dat Katlijn haar punt krachtig en helder zal maken, met kennis van zaken, diepgang en gezag.
Wat ik ook gezien heb, is dit: Hoe triomfantelijker het glimlachje bij de ene, hoe nerveuzer bij de andere.
Ik heb met beide glimlachjes zelf ervaring – over mijn zenuwachtige glimlachjes hebben we het wel een andere keer. Over de vele keren dat ik me medestander voelde en trots was op onze decaan, en onze vicerector wil ik het graag nog wél even hebben.
Want wie nu de indruk heeft dat ik van Katlijn het beeld van een kritische zeur neerzet, kan er niet verder naast zitten. Die kent Katlijn waarschijnlijk ook gewoon niet. Die is hier waarschijnlijk gewoon niet. Haar kritische zin is immers vooral een optimisme. Waarvan ze doordrongen is op een manier die niet alleen opmerkelijk, maar vooral aanstekelijk is. Het is een optimisme dat ze voortdurend uitdraagt, letterlijk uitzingt in de gangen van onze faculteit, en dat ze geboetseerd heeft tot een brede, warme blik op de samenleving, het is ook zichtbaar in hoe ze omgaat met de kleine details van werk en leven. Het is wat al de rollen en functies die ik opsomde met elkaar verbindt.
Katlijns carrière leest als een leven van engagement. Een leven vol voor de gemeenschap; gedreven door een oneindig vertrouwen in mensen. Toen ik negen jaar geleden, onder decaan Malfliet, in ons faculteitsbestuur terechtkwam, pakte mij dat. Ik herinner me nog dat we het wel vaker oneens waren, mijn decaan en ik, in dat faculteitsbestuur, maar geen enkel concreet dossier waarover we van mening verschilden is me eigenlijk tot vandaag de dag echt bijgebleven – maar wel de panache van Katlijn, en haar enthousiasme, en haar luide schaterlach. Niet de schaterlach op zich, maar de inhoud van die lach; het optimisme en engagement ervan.
Katlijn Malfliet is een academica. Ik hoorde haar ooit vertellen dat ze die vaststelling voor zichzelf een van de grootste verrassingen van haar leven vond. Wat ik op mijn beurt dan weer verrassend vond.
Want het klopt echt wel, ze is een academica, in hart en nieren.
Laat ons even aannemen dat de rol van academici is om hun omgeving te begrijpen, en dit begrip te beschrijven en door te geven. Dat vergt een scherpe lens, nieuwsgierigheid, geduld, analyse, synthese. De kenmerken van een sterk wetenschapper.
Stellen we ons even voor dat sommige academici er daarnaast ook in slagen hun observaties en analyse te verbinden met een verbeeldingskracht, waardoor niet alleen een analyse van die omgeving wordt geproduceerd, een soort robotfoto, maar ook een kritisch, eerlijk, en toch liefdevol portret van die omgeving.
En zou het daarbovenop kunnen dat er een academicus, een academica, bestaat die de omgeving, de samenleving, niet alleen, één, analyseert, en, twee, trefzeker portretteert, maar die wereld, die samenleving, ook nog eens vergroot, versterkt en emancipeert?
Hoe onwaarschijnlijk ook, toch is het zo iemand die vandaag op pensioen gaat.
U zal in de komende twee uren merken, beste mensen, dat het thema van deze academische zitting verwondering is. Het had bewondering mogen zijn, wat mij betreft.
En dankbaarheid. In naam van jouw faculteit, Katlijn, dankjewel.
Share